Een duurzame lente? Wij geven tips!

Na de donkere, koude en winderige winterdagen is de lente bijna weer aangebroken. De eerste warme zonnestralen vallen op je gezicht en de krokussen schieten uit de grond. En hoewel sommige bewoners niet het terras op kunnen is het wel belangrijk hen de lente te laten voelen. Gelukkig kunnen zij ook binnen je organisatie het lentegevoel ervaren! Het is extra leuk om ook nog rekening te houden met duurzaamheid! Zo zorg jij niet alleen goed voor de bewoners, maar ook voor de natuur. Als iedereen goed voor de natuur blijft zorgen, kunnen wij blijven genieten van een gezonde leefomgeving. Hieronder lees jij hoe jullie duurzaam de lente kunnen vieren.

1. Eet volgens het seizoen
Door volgens het seizoen te eten, worden er minder voedingsmiddelen verbouwd in kassen of aangevoerd vanuit het buitenland. Voedingsmiddelen die lokaal en op het land worden verbouwd hebben een minder grote impact op het milieu. Naast het feit dat seizoensgroenten dus erg lekker en gezond zijn, is het ook een duurzame manier van voedsel verbouwen.

Typische lentegroenten zijn asperges, raapstelen, rabarber, radijs en veldsla. Let er wel op dat de voedingsmiddelen uit Nederland komen. In de meeste winkels staat de herkomst van het voedingsmiddel op het etiket of bordje in het schap. Sommige voedingsmiddelen uit de supermarkt zijn vervoerd met het vliegtuig of vrachtschepen uit een ver land omdat dit goedkoper is voor de producent. Dit zorgt voor meer uitlaatgassen en gebruik van benzine.  De milieubelasting is dus erg groot omdat producten verder vervoerd moeten worden. Seizoensgebonden producten zijn dus niet alleen lekker maar ook nog eens goed voor de natuur!

2. Koop lokaal
Hierdoor steun jij niet alleen jouw lokale boer, maar ben jij ook duurzaam bezig. Door lokaal de groente en fruit in te kopen hoeven ze geen lange reis te maken. Lokale producten zijn ook verser, omdat deze minder lang onderweg zijn geweest. Verse producten zijn daarnaast beter voor de gezondheid van je bewoners, omdat ze meer voedingstoffen bevatten.

3. Vermijd ultra bewerkte voedingsmiddelen zoveel mogelijk
Bijna alle voedingsmiddelen zijn tegenwoordig bewerkt. Een fruitsalade is ook bewerkt, omdat het gesneden is. Ook als een voedingsmiddel wordt gekookt of ingevroren wordt dit een bewerkt product genoemd. Ultra bewerkte voedingsmiddelen zijn voedingsmiddelen die veel zijn bewerkt. Deze voedingsmiddelen lijken niet meer op het oorspronkelijke natuurproduct. Een voorbeeld hiervan is chips. Voor alle bewerkingen van een voedingsmiddel worden veel grondstoffen gebruikt, zoals energie en water. Voor de productie van 1 liter cola wordt maar liefst 70 liter water gebruikt!

Je zult begrijpen dat het dus veel duurzamer is om kraanwater te drinken. Bovendien is het grootste deel van de ultra bewerkte voedingsmiddelen ongezond, omdat het veel calorieën en weinig belangrijke voedingsstoffen bevat. Serveer daarom zo min mogelijk (ultra) bewerkte voedingsmiddelen. Veel bewerkte voedingsmiddelen zijn te vervangen door een gezondere variant. De Eetwissel van het Voedingscentrum helpt je om een gezonde variant te vinden. Chips kun je vervangen door ongezouten noten zoals bijvoorbeeld cashewnoten.

Wil jij je bewoners meer bewust maken van hoe belangrijk de natuur is? Breng dan een bezoek aan een boerderij in de buurt. Zijn je bewoners niet mobiel genoeg? Geen probleem. Veel boerderijen geven rondleidingen via livestream. Zo kun je samen met de bewoners zien waar jullie voedsel vandaan komt! Ze hebben vaak ook een website, waarop jij meteen lokale producten kunt kopen.

Cookies op Voeding in de Zorg

Om je de best mogelijke ervaring op onze website te kunnen bieden maken we gebruik van cookies. Door deze te accepteren geef je ons toestemming om deze cookies te plaatsen. Wil je liever niet alle soorten cookies toestaan? Dan kun je zelf je cookievoorkeuren aanpassen. Je kunt je voorkeuren natuurlijk ook altijd op een later moment wijzigen. Meer informatie vind je in ons Privacy Statement.

Cookievoorkeuren aanpassen