Voedingsgewoontes van nu en toen

Wat we eten, hoe we eten en zelfs wanneer we eten verandert continu. Wat is er precies veranderd ten opzichte van vroeger? Sta versteld van deze feiten en fabels!

Vroeger kookten ze groente heel lang – feit

Bijna iedereen kent wel het verhaal van een oma of opa die de broccoli of andijvie tot een prutje liet koken. Misschien vind je het niet zo lekker, maar heel gek is het niet, want vroeger was dit best gebruikelijk. Goede kans dus dat sommige bewoners hun groente graag nog steeds zo geserveerd krijgen. Wel zonde van de voedingswaarde, want groente verliest tussen de 20 en 50% van de vitamines bij het koken. Tegenwoordig is korter koken gebruikelijker. Bij ouderen die moeite hebben met kauwen of slikken kan het wat langer koken van stevige groente wel voordeel hebben, simpelweg omdat ze het makkelijker kunnen eten.

Paprika’s zijn een typisch Nederlandse groente – fabel

Nee, zelfs de oranje variant niet. Pas in de jaren ‘60 en ‘70 begonnen paprika’s langzaam hun weg te vinden naar Nederlandse supermarkten. Vooral de gekleurde varianten werden steeds populairder. In het begin waren ze mogelijk nog vrij zeldzaam en werden ze veel geïmporteerd. Nederlandse tuinders begonnen op een gegeven moment ook paprika’s te telen, waardoor ze beter verkrijgbaar werden. Inmiddels wordt een groot deel in Nederland geteeld, in kassen. Sommige bewoners kunnen zich de opkomst van de paprika in de Nederlandse keuken misschien nog goed herinneren! Oorspronkelijk komt de paprika uit Zuid-Amerika. Lekker voor door de chili sin carne !

Je kon in 1920 al Chinees dineren in Nederland – feit

Bami, nasi, saté en zelfs foe yong hai klinken de bewoners waarschijnlijk bekend in de oren. Dit is niet zo gek, want de Chinese keuken is al heel lang goed vertegenwoordigd in Nederland. In 1920 opende het eerste Chinese eethuis zijn deuren in Rotterdam. Na de Tweede Wereldoorlog nam het aantal Chinese en Indische restaurants toe. In de jaren ‘70 werd ook het afhalen van gerechten populair en werd de ‘afhaalchinees’ een begrip.

Pindakaas mocht in Nederland geen pindaboter heten – feit

In 1984 kwamen de eerste potten pindakaas op de markt in Nederland. Maar pindakaas lijkt natuurlijk helemaal niet op kaas. Het heeft door de smeerbaarheid meer weg van boter, in het Engels heet het daarom ook ‘peanut butter’. De naam pindaboter mocht in Nederland niet. Boter was een naam die speciaal was vastgelegd voor echte roomboter. De alternatieve naam werd pindakaas. Het schijnt dat het is afgeleid van leverkaas. Dat is ook broodbeleg waar geen kaas in zit. Of je het nou kaas of boter noemt, de pindapasta is onverminderd populair en de bewoners zijn er waarschijnlijk goed vertrouwd mee. Smeer het op brood of maak er eens de volgende gerechten voor de bewoners mee:

In de jaren ‘60 had bijna iedereen een koelkast- fabel

Je kunt het je misschien bijna niet voorstellen, maar in de jaren ‘60 hadden nog maar weinig mensen een koelkast, het was toen een echte luxe. Groenten uit blik waren in die tijd dan ook populairder dan nu. Je kunt je voorstellen dat zelf voedsel conserveren, zoals wecken, toen nog veel gedaan werd. Het was lastiger om producten zonder koelkast lang goed te houden. Maar hoe bewaar je tegenwoordig voedingsmiddelen het beste? Gooi zo weinig mogelijk weg en lees meer over het bewaren van eten .

Cookies op Voeding in de Zorg

Om je de best mogelijke ervaring op onze website te kunnen bieden maken we gebruik van cookies. Door deze te accepteren geef je ons toestemming om deze cookies te plaatsen. Wil je liever niet alle soorten cookies toestaan? Dan kun je zelf je cookievoorkeuren aanpassen. Je kunt je voorkeuren natuurlijk ook altijd op een later moment wijzigen. Meer informatie vind je in ons Privacy Statement.

Cookievoorkeuren aanpassen