Je wilt het de bewoners of patiënten zoveel mogelijk naar hun zin maken. Eten speelt daarbij een belangrijke rol. Toch lukt het niet altijd om ze voldoende te laten eten of drinken. Hiervoor zijn verschillende oorzaken: het ziek zijn op zich, de medicatie of behandeling. Ontdek de hardnekkigste fabels en feiten over eten en drinken bij klachten.
Bij misselijkheid is het goed als de maag een beetje gevuld is – feit
Een lege maag en honger verergeren de misselijkheid. Waarom dit gebeurt is nog niet helemaal duidelijk. Het vermoeden bestaat dat het letterlijk te maken heeft met het rommelen van de maag. Hierdoor zou de maag, met zure inhoud, samentrekken en dat kan een misselijkheidsreactie veroorzaken. Het is daarom belangrijk om vaker een kleine hoeveelheid te eten, zodat de maag gevuld blijft. Geef liever niet te vet of gekruid eten en zorg dat iemand voldoende drinkt. Onvoldoende vocht kan namelijk ook de misselijkheid uitlokken of verergeren.
Bij slijmvorming moet je geen melk- of melkproducten geven – fabel
Melk en melkproducten kunnen oppervlakkig een laagje op het slijmvlies achterlaten, een slijmlaagje. Maar dit kun je snel verhelpen. Je kunt na het nemen van melk bijvoorbeeld een stukje zure appel aanbieden, een zuurtje geven of een slokje water geven. Dit zorgt ervoor dat het slijmlaagje verdwijnt.
Bij dorst is onbeperkt drinken het beste – fabel
Heeft iemand dorst of een droge mond, dan wil je hem / haar natuurlijk het liefst wat te drinken geven. Helaas is dit voor mensen die vocht vasthouden of van wie het hart of de nieren niet goed functioneren geen goed idee. Zij krijgen namelijk van de arts een vochtbeperking opgelegd. Onbeperkt drinken is dus geen goed idee, maar een zuurtje geven kan wel. Door het sabbelen maak je namelijk meer speeksel aan. Ook een ijsklontje kan helpen.
Iemand met slikklachten kan best alleen eten– fabel
Het is niet veilig om iemand met slikklachten zonder toezicht te laten eten. Misschien is iemand niet sterk genoeg om het eten door te slikken. Ook kan hij of zij zich verslikken en dat kan verschillende problemen veroorzaken. Bij verslikken sluit het klepje tussen de keel en de longen niet. Daardoor kan het eten in de longen terechtkomen en een longontsteking veroorzaken.
Vocht en vezels zijn belangrijk bij een moeizame ontlasting – feit
Een moeizame ontlasting of zelfs het uitblijven daarvan kan verschillende klachten veroorzaken. Pijn in de buik, een opgeblazen buik en veel pijn bij het poepen. Een moeizame ontlasting kan helaas niet altijd met voeding worden opgelost. Toch is het belangrijk om vocht, vezels binnen te krijgen. Vocht en vezels werken samen. Vezels nemen vocht in de darm op, zodat de ontlasting soepel wordt. Bij onvoldoende vocht kan de ontlasting hard worden.
Benieuwd naar meer fabels & feiten? Klik dan hier.